Regelmatig krijg ik aanmeldingen van jong volwassenen die het leven niet meer zien zitten. Vaak zijn ze al bij verschillende GGZ instelling geweest en is het niet gelukt om een passende behandeling voor hun stoornis te vinden. Omdat het accent van die behandeling gericht is op het oplossen van een probleem, raakt iemand er onbedoeld alleen maar meer mee geïdentificeerd. Van iemand met autisme die het maar niet lukt om naar school te gaan, vanwege alle prikkels, indrukken en eisen die gesteld worden, wordt toch verwacht dat hij of zij een studie volgt en de jonge vrouw met een eetstoornis wordt aangezet tot eten. Gevoelens van falen en onvermogen komen op de voorgrond te staan wat de situatie alleen nog maar verergerd.
In de loop der jaren is mijn aandacht veel meer gegaan naar dat wat ik “zingevende zorg” ben gaan noemen; Het vergroten van iemands kwaliteit van leven door het accent te leggen op dat wat zin geeft in iemands leven. Mensen die zijn vastgelopen worden mijn inziens het beste geholpen als datgene wat nog wel gezond is, gezien en versterkt wordt, waardoor iemand de uitdagingen die bij zijn of haar leven horen beter aankan. We vergroten de draagkracht zonder de situatie van de ander te willen veranderen of zijn of haar probleem op te willen lossen.
Het vraagt wat van een zorgverlener om de ander in zijn of haar lijden te zien en daar niets aan te veranderen. Het doet iets met onszelf en het liefst willen we het lijden van de ander ongedaan maken. Natuurlijk hoeven we niet niets te doen en toe te zien hoe de ander (soms) ondragelijk lijdt door zijn of haar psychische aandoening. De oplossing ligt alleen niet bij dat wat we bij de ander op zouden willen lossen, maar in de confrontatie met de gevoelens en gedachten die de zorgvrager bij ons oproept. Het is aan ons om te onderzoeken wat ons in de weg staat om het echte contact met de ander aan te gaan. Waar gaan wij van weg? Is het de pijn, de afschuw of ons eigen gevoel van falen en onvermogen? Wat het ook is, het is het onderzoeken waard.
In contact met deze mensen heb ik keer op keer weer gemerkt dat, wanneer ik onder ogen kom wat mij in de weg staat om echt in contact te zijn, dit de ander de ruimte geeft om zijn of haar eigen pijn te ontdekken. Het lukt dan om te benoemen wat tot dan toe altijd onbenoemd werd gebleven en wat wel degelijk van invloed was. Ik vind het bijzonder dat in dit wezenlijke contact de wil tot leven bij de ander vaak weer aangewakkerd wordt. Helemaal bijzonder vind ik dat deze vorm van zorgverlenen ons beider leven verrijkt.